KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

RUNDVEE-INSEMINATIE

EN VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN BIJ KOEIEN

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


De aanwezigheid van een niet-bloederige, donkerrode substantie in de vagina.

Bij iedere waarneming van uitvloeiing van een donkerrood gekleurde, vloeibare substantie uit de vulva van de koe, zal men geneigd zijn te denken dat men te maken heeft met de uitvloeiing van oud bloed, ofwel de uitvloeiing van lochiën (het zg. 'navuilen'). Bij koeien in een niet-gedomesticeerde omgeving zou dat zondermeer het geval zijn, maar in de veehouderijpraktijk kan men daar niet vanuit gaan. Want dan moet men er rekening mee houden dat die bepaalde uitvloeiing te maken kan hebben met de invloed van de mens op het betreffende dier.

Bij een koe namelijk waarbij sprake is van een endometritis, wordt de uterus in specifieke situaties soms opgeschoond met een ontsmettingsmiddel dat jodium bevat. En omdat jodium rood van kleur is, zal de uitvloeiing van de koe daar op zeker moment ook door verkleurd zijn. Als er bij een koe spake is van een ontstoken uterus, zonder dat er een CL op de ovaria aanwezig is, zal een behandeling met een dergelijk middel namelijk uitkomst kunnen bieden. Een dierenarts gebruikt daarvoor een middel wat kortweg Lugol wordt genoemd.

Veehouders passen deze behandeling ook zelf wel toe voor het opschonen van de uterus van een koe. En als zij op zeker moment niet de beschikking over het ontsmettingsmiddel Lugol hebben, dan doen zij dat wel met zogenaamde "uierdip". Uierdip is een middel dat door veehouders normaliter na afloop van het melken wordt gebruikt ter ontsmetting van de spenen van de koe. Ook dat middel bevat jodium, zodat het niet zo vreemd is dat bepaalde veehouders op het idee zijn gekomen om dat middel voor het opschonen van de uterus van koeien te gaan gebruiken. Veehouders kunnen veel minder goed dan veterinair geschoolde dierenartsen, beoordelen onder welke omstandigheden het nodig en verantwoord is om de uterus van een koe met dergelijke middelen te gaan opschonen. Ook zal niet iedere veehouder altijd goed weten hoeveel cc hij voor een dergelijke behandeling dient te gebruiken. Onder het motto: "als een beetje een beetje helpt, dan helpt een boel een boel", zal men dan gauw geneigd zijn om teveel van dit agressieve ontsmettingsmiddel te gebruiken. Bovendien: als koeien echt blijken te lijden onder de gevolgen van een endometritis, of wanneer zij nog slechts relatief kort geleden blijken te hebben afgekald, zal een dierenarts kunnen besluiten een dergelijke koe bij voorkeur met een breedspectrum antibioticum als tetracycline te behandelen.

Tot het uitspuiten van de uterus van de koeien moet echter ook niet al te gemakkelijk worden over gegaan. Het management van de veehouder zal er veeleer op gericht moeten zijn om zoveel mogelijk te voorkomen dat de koeien een endometritis oplopen. En de koeien die dat dan wel blijken te hebben opgelopen, zal men de tijd moeten gunnen om zichzelf op te schonen. Wil men dat proces desondanks toch versnellen, dan kan het soms nuttig blijken te zijn om de betreffende koeien tochtig te spuiten. Dat wil zeggen dat men bij die koeien kunstmatig bronst opwekt door het per injectie toedienen van hiervoor geschikte hormonale stoffen.

Als inseminator zal men zich op zeker moment, bij het ontdekken van bovengenoemde rode uitvloeiing, ook kunnen gaan afvragen wat een veehouder toch heeft doen besluiten, om een koe die een behandeling tegen endometritis heeft moeten ondergaan, al zo spoedig na die behandeling voor inseminatie te gaan aanbieden. Als men daarop een antwoord zoekt, zal men er niet omheen kunnen dat veehouders net als alle andere mensen meestentijds echt wel het goede nastreven. Maar zoals door de wet van Murphy bekend mag worden verondersteld te zijn, zal alles wat fout zou kunnen gaan, op de lange duur ook werkelijk eens fout gaan. Bij het voor inseminatie aanbieden van een koe die kort tevoren een behandeling tegen endometritis heeft ondergaan, is dan ook allicht een vergissing gemaakt.

Het uitspuiten van de uterus van een koe dient in ieder geval niet korte tijd voor de inseminatie te geschieden. Dan spant men het paard spreekwoordelijk achter de wagen. Dierenartsen spoelen de uterus van de koe soms wel na de inseminatie uit. Als die inseminatie tenminste 12 uren van tevoren is uitgevoerd. De spermatozoa hebben dan kans genoeg gehad om zich in de eileider van de koe te verschuilen. En de bevruchting van de koe zou dan alsnog kunnen slagen. Het uitspuiten van de uterus van de koe moet dus niet voor, maar juist eventueel minimaal 12 uren na de inseminatie geschieden. En bovendien: als men als veehouder beslist wenst dat de koe nog tijdens de huidige cyclus wordt geïnsemineerd, dan moet men daar beslist geen jodium bevattend ontsmettingsmiddel voor gaan gebruiken. Want het duurt 12 dagen alvorens het endometrium weer zal weten te herstellen van de schadelijke invloed van dit product. Terwijl de zygote 4 dagen na die behandeling reeds vanuit de tuba uterina naar de uterus van de koe kan zijn afgedaald.

Kortom: als men als inseminator bemerkt dat er bij de te insemineren koe uitvloeiing aanwezig is van een restant van een jodium bevattend uitspoelmiddel, dan dient men verdere schade voor de veehouder te voorkomen, door die koe voor inseminatie te ontraden.

N.B. Wat het uitspuiten van afvuilende koeien betreft, voeren dierenartsen tegenwoordig met goede reden een repressief beleid. Behalve dan bij tochtige koeien!


Wilt u meer informatie over rundvee-inseminatie en de vruchtbaarheidsproblematiek? Klik dan HIER voor het openen van de site www.ybema.org