KUNSTMATIGE INSEMINATIE EN VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN BIJ KOEIEN
Sperma van stieren wat door middel van KI (K.I.)in de interne cervix van de baarmoeder van de koe wordt geïnsemineerd,
kan vrijwel net zo goed tot drachtigheid van koeien leiden als dat het geval is met behulp van een natuurlijk dekkende
stier. Een dekstier kan dekziekten overbrengen, die de kans op bevruchting van een rund doen dalen. Maar bij een
inseminatie kunnen inseminatiefouten plaatsvinden, die de kans verminderen dat er daardoor een kalf in de uterus van de
koe gaat groeien. Doormiddel van een pistolet wordt het stierenzaad via de vagina, ofwel de schede, door de
baarmoederhals heen in het geslachtsapparaat van de koe gedeponeerd. De koe moet tochtig, ofwel bronstig zijn. Zoniet
dan is die koe niet-tochtig, ofwel niet-bronstig. De man van de k.i., ofwel de inseminator, komt bij het insemineren
van de runderen van een veehouder ook veel baarmoederafwijkingen tegen. Allemaal factoren die de vruchtbaarheid van het
rund (de melkkoe, of de vleeskoe)kunnen verslechteren. De bevruchtingsresultaten dalen daardoor. Een boer wordt dan
geconfronteerd met veel terugkomers, ofwel opbrekers. Er moeten dan veel herinseminaties plaatsvinden. Diepvriessperma
is van mindere kwaliteit dan verssperma. Het is sterk verdund en het wordt bewaard in vloeibare stikstof. Toch kunnen
hierdoor veel fokkoeien, ofwel vleeskoeien, bevrucht worden van topstieren.
Als u deze tekst op uw scherm kunt waarnemen, betekent het dat uw browser geen frames kan lezen. Maar geen paniek!
Als u nu op de link hieronder klikt kunt u al de informatie in de content van deze site bekijken.