KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

RUNDVEE-INSEMINATIE

EN VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN BIJ KOEIEN

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Een min of meer bolvormige uitstulping tussen de vulvalippen.

Als er in het vestibulum van de vulva een min of meer bolvormige uitstulping aanwezig is, zou men aan een tumor kunnen denken. Dat wil zeggen een goedaardig of een kwaadaardig gezwel. Maar veelal is er dan iets anders aan de hand. In de meeste gevallen is er dan sprake van instulping van de bovenste schedewand. De ingestulpte schedewand kan men soms door het persen van de koe als een uitstulping tussen de vulvalippen gewaar worden. Ze ziet er uit als een roze-achtige en min of meer bolvormige ballon. Soms bevindt er zich in het midden van de waargenomen uitstulping een indeuking. In dat geval heeft men te maken met de baarmoedermond, welke ook weer onder invloed van het persen van de koe, in het vestibulum zichtbaar wordt. Bevindt er zich echter een zuiver bolvormige uitstulping in het vestibulum, dan heeft men allicht te maken met een cyste van de klier van Bartholin.

Voor de uitstulping van de schedewand tussen de schaamlippen van de koe en voor de uitstulping van de baarmoedermond aldaar, gebruikt men meerdere termen. Zoals onder anderen de termen lijfbieden, potlijven en prolapsus vaginae. Spreekwoordelijk gesproken dekt de vlag hierbij niet altijd de lading. Een prolapsus vaginae is in feite een uitstulping in het vestibulum van de verslapte schedewand. En de termen potlijven en lijfbieden duiden in engere zin op het zichtbaar worden van de baarmoeder(mond) in het vestibulum. Want in deze context duidt men met het woord "lijf" op de baarmoeder. Deze betekenis van het woord "lijf" is min of meer verouderd. Maar toch komt men dit woord in bepaalde uitdrukkingen nog wel tegen. Bijvoorbeeld in de uitdrukking: "de koe heeft een slag in het lijf" (torsio uteri). Deze uitdrukking duidt op het feit dat het afkalfproces van de koe rampzalig tot een eind is gekomen. Namelijk doordat er een slag in de baarmoeder van die koe is opgetreden. Een andere uitdrukking waarin met het woord "lijf" duidelijk de baarmoeder wordt aangeduid, is de uitdrukking: "het lijf is er uit". In dat geval is de baarmoeder bij het afkalven van de koe met het kalf mee omgestulpt naar buiten gekomen. En met de uitdrukking: "de melk over 't lijf", duidt men op de situatie dat er een melkdunne, etterachtige vloeistof uit de baarmoeder van de koe vandaan komt (fluor albus). De baarmoeder wordt overigens ook wel bietlijf genoemd. En in samenhang met deze benaming spreekt men dan bij het verschijnsel "lijfbieden", over "bieten". Vanouds wordt met het woord "lijf" echter in het algemeen gedoeld op een samenhangende klomp materie van onbepaalde grootte en gedaante.

Lijfbieden, in ruimere zin, komt meestal alleen in de laatste paar weken voor het afkalven van de koe voor. De veterinair zal dan in veel gevallen uitkomst kunnen bieden. Zodat wij als inseminatoren niet al te vaak met deze problematiek worden geconfronteerd. Toch doen er zich wel degelijk situaties voor waarin er een inseminatie is aangevraagd voor een koe die duidelijk aan het lijfbieden is. Voor een inseminator doet zich dan de vraag voor of de inseminatie bij een dergelijke koe ook werkelijk moet plaatsvinden. De koe zal bij een volgende afkalving deze kwaal namelijk in ergere mate terugkrijgen. Door een slechtere ontsluiting van de baarmoedermond, ten gevolge van deze afwijking, kan ook het afkalfproces op zich vertraagt gaan verlopen. En het aanhouden van nakomelingen van een dergelijke koe is ook niet zo verstandig. Dit omdat er erfelijke componenten kunnen meespelen bij het ontstaan van deze kwaal. Op de vraag of het wel zo verstandig is om een dergelijke koe te laten insemineren, zal dan ook ontkennend moeten worden geantwoord. Als de veehouder voor overleg bij de inseminatie aanwezig is, kan men hem dat vertellen. Als dit echter niet het geval is, zou men geneigd kunnen zijn om voor de simpelste oplossing te kiezen, namelijk door de koe maar gewoon te gaan insemineren. Het uitvoeren van een inseminatie bij een lijfbiedende koe, is niet altijd onmogelijk. Maar doet men dit, dan loopt men wel het risico om een baarmoederontsteking bij die koe te veroorzaken. Want bij een lijfbiedende koe is vrijwel altijd sprake van een schedeontsteking. En het is dan ook vrijwel onontkoombaar dat men tijdens het uitvoeren van de inseminatie met de pistolet mee ontstekingsproducten de baarmoeder gaat inbrengen. De lijfbiedende koe behoeft veterinaire hulp, dat is duidelijk. En dat is in dergelijke situaties dan ook de route die bij voorkeur zal moeten worden gekozen.

Lijfbiedende koeien die voor inseminatie worden aangeboden, blijken relatief vaak nymphomaan te zijn. De vruchtbaarheid van nymphomane koeien is duidelijk verstoord. Dat is een reden temeer om zondermeer aan de veehouder een veterinair consult voor dergelijke koeien te gaan adviseren.

Als er bij de koe niet sprake is van lijfbieden, maar er wel een duidelijk kogelvormige uitstulping tussen de schaamlippen van de koe aanwezig is, dan is er allicht sprake van een onstoken klier van Bartholin (deze klier wordt ook wel voorhofklier genoemd). Er zitten twee van dergelijke klieren in het vestibulum van de koe. En wel vlak bij de schedeopening, op 5 uur en op 7 uur. De klieren van Bartholin produceren tijdens de deklust van de koe een soort van natuurlijk glijmiddel (opwindingsslijm). Dit natuurlijke glijmiddel vermengt zich met de overige vaginale afscheiding. De functie van deze klieren is vergelijkbaar met de functie van de Cowperse klieren bij de stier (de Cowperse klieren bij de stier produceren het zogenaamde voorvocht). Datgene wat hiervoor beschreven staat als een kogelvormige uitstulping in het vestibulum, is in feite een cyste van de klier van Bartholin. Als een klier afgesloten raakt, kan er een holte met vocht ontstaan, omdat het vocht nergens heen kan gaan. Het feit dat er een dergelijke cyste voorkomt in het vestibulum van de koe, betekent dus dat de betreffende klier afgesloten is geraakt. Bij koeien waarbij een dergelijke cyste tussen de vulvalippen voorkomt, kan de inseminatie vaak nog wel worden uitgevoerd. Ook een natuurlijke dekking is vaak nog wel mogelijk. En de vruchtbaarheid van de koe wordt er niet door gehinderd. Maar het probleem met de cyste moet wel even door een veterinair worden behandeld, omdat het dier pijn lijdt vanwege de interne druk in de cyste. Dat is niet alleen zuiver ethisch niet verantwoord, maar bij koeien die pijn lijden is ook de melkproductie niet optimaal.


Wilt u meer informatie over rundvee-inseminatie en de vruchtbaarheidsproblematiek? Klik dan HIER voor het openen van de site www.ybema.org