KLIK HIER VOOR INFORMATIE |
RUNDVEE-INSEMINATIEEN VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN BIJ KOEIEN |
CLICK HERE FOR |
Als men bij het uitvoeren van een inseminatie constateert dat de vagina van de koe bolvormig is opgezet, kan er sprake zijn van vochtophoping in de vagina. Er moet dan bij aftasting van de vagina fluctuatie waargenomen kunnen worden. Is dat niet het geval, en voelt de vagina aan als een opgeblazen ballon, dan is er lucht in de vagina van de koe binnengedrongen. Deze afwijking wordt pneumovagina genoemd. De bevruchtingskansen zijn bij koeien met een dergelijke afwijking veel lager dan gemiddeld het geval is. Dat komt voornamelijk door de infecties die vaak met deze afwijking gepaard gaan. Maar dat kan ook komen door het feit dat de inseminatie bij dergelijke koeien minder gemakkelijk goed kan worden uitgevoerd.
De reden dat er ongehinderd lucht in de vagina van de koe is binnengetreden, moet men niet alleen zoeken in het onvolledig sluiten van de vulvalippen tengevolge van problemen bij het afkalven van de koe. Maar ook, en vooral in een onvolledige sluiting van het diafragma ter plaatse van de overgang van het vestibulum naar de vagina (het cingulum). Om toch de inseminatie bij een koe met een dergelijke afwijking te kunnen uitvoeren, zal men als inseminator de lucht uit de vagina van de koe moeten zien weg te persen. Dit lukt het best als men de cervix van de koe beetpakt en deze langzaam aantrekt, richting de vulva van de koe (hierbij moet men ook van bovenaf enige druk op de luchtbel in de vagina uitoefenen). Vervolgens verplaatst men de cervix vrij ver naar voren, om deze daarna weer opnieuw langzaam naar achteren aan te trekken. Zonodig herhaalt men deze procedure nog enkele malen. Als het goed is, zal men iedere keer enige lucht uit de vagina van de koe horen ontsnappen.
Dit alles klinkt gemakkelijker dan het in de praktijk is. Het valt soms niet mee om dit voor elkaar te krijgen. De moeilijksheidsfactor hierbij is dat men achter de luchtbel, die zich in de vagina van de koe bevindt, soms erg moeilijk de cervix kan vinden en/of grip kan krijgen op de cervix. Maar goed, uiteindelijk lukt dit toch meestal wel goed. Als de lucht er eenmaal voor een groot gedeelte is uitgeperst, zal de inseminatie op de normale wijze kunnen plaatsvinden. Maar om de bevruchtingskansen van de koe te vergroten, is er wel veterinaire nazorg nodig. De veehouder kan daartoe het beste pas de volgende dag een consult van een veterinair aanvragen. Want als deze besluit om de uterus van de koe te gaan opschonen, moeten de spermatozoa reeds zoveel mogelijk de kans hebben gekregen om op hun plaats van bestemming aan te komen. Een slechter uterien milieu vanwege het luchtzuigen, kan subfertiliteit vanwege de vergrote kans op embryonale sterfte. Bij een baarmoederontsteking kunnen bacteriën het embryo rechtstreeks doden, of de ontwikkeling van het embryo verhinderen. En endotoxinen kunnen beschadigingen aan de uterus en de placenta tot gevolg hebben. Door vruchtresorptie of abortus verdwijnt het embryo vervolgens.
Bij een koe waarbij sprake is van een pneumovagina, zal de tochtigheid doorgaans niet worden opgemerkt aan het afkomen van een sliert tochtslijm (ofwel cervixslijm). Dit tochtslijm kan in een dergelijk geval immers de vagina van de koe niet passeren. De luchtbel in de vagina verhindert dan de uitstroom van dit slijm. Hierdoor zal men mogelijkerwijs vooraf ook meer twijfel hebben aan de tochtigheid van de koe. Merkt men op dat er wit slijm uit de schede vandaan komt, wat niet op pus lijkt, dan heeft men te doen met slijm wat met lucht tot schuim is vermengd.
Als er een vaginaal onderzoek bij een koe heeft plaatsgevonden, zal er ook wat lucht in de vagina van de koe kunnen achterblijven. Maar de hoeveelheid lucht is dan relatief klein. Dit feit zal dan ook nauwelijks in negatieve zin van invloed zijn op de bevruchtingsresultaten van de koe. En het uitvoeren van een inseminatie kan daarna bovendien probleemloos plaatsvinden. Als er bij een vaginaal onderzoek gebruik is gemaakt van een speculum, of van een vaginoscoop, zal er meer lucht in de schede van de koe kunnen zijn binnengetreden, dit omdat de natuurlijke barrière van de vulvalippen voor het verhinderen van het in de schede binnendringen van lucht, dan gedurende wat langere tijd zal zijn verbroken.
Als men als inseminator te maken krijgt met een koe waarbij de uterus er in het bekken van de koe enigszins gekanteld bij ligt, dan is er ook vaak sprake van het binnendringen van lucht in de vagina van de koe. Om een dergelijk probleem in goede banen te leiden, is het allereerst noodzakelijk om die lucht uit te vagina van de koe weg te persen. Pas dan zijn, in dit geval, de verdere noodzakelijke manipulaties goed uitvoerbaar. Lukt dat niet, dan moet men ook in een dergelijk geval de veehouder gaan adviseren om veterinaire hulp in te roepen.