KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

RUNDVEE-INSEMINATIE

EN VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN BIJ KOEIEN

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


De confrontatie met abnormaliteiten bij de te insemineren koeien.

Tijdens het uitvoeren van kunstmatige inseminaties bij koeien heeft men veelvuldig te maken met gevallen waarin er sprake is van afwijkingen van de normale situatie die men bij tochtige koeien in het bekkengebied verwacht aan te treffen. Als die afwijkende situaties te maken hebben met afwijkingen in de lichaamsbouw van de koe, kunnen ze zowel van congenitale, als wel van niet-congenitale, aard zijn. En met betrekking tot de congenitale afwijkingen kan het dan om zowel erfelijke afwijkingen als wel om niet-erfelijke afwijkingen gaan. Voorzover die afwijkende situaties echter te maken met afwijkingen in de fysiologie van de koe, zoals men die normaal verwacht aan te treffen bij een koe die tochtig is, zijn die afwijkende situaties vaak slechts gebaseerd op de normale fysiologische veranderingen die er tijdens het verloop van de vruchtbaarheidscyclus in het lichaam van een koe plaatsvinden. Het gaat dus niet alleen om de lichamelijke afwijkingen in de bouw van het geslachtsapparaat van de koe, maar ook om afwijkingen in de fysiologische situatie die men bij de koe aantreft. Als de te insemineren koe bijvoorbeeld op de tussentocht zit en dus niet echt tochtig is, is dat een afwijkende situatie die men niet dient aan te treffen bij de te insemineren koe. En in het geval dat die afwijkende situaties in de fysiologie van de koe juist niet te maken hebben met de normale veranderingen tijdens de vruchtbaarheidscyclus van de koe, is er sprake van een gestoorde functie van een orgaan welke mogelijk door ingrijpen van een veterinair geschoold dierenarts kan worden verholpen.

Als men bij het uitvoeren van inseminaties wordt geconfronteerd met afwijkingen die invloed hebben op de vruchtbaarheid van de koe, zal men wel moeten weten wat er met die koe aan de hand is. Want anders zal men niet goed kunnen beslissen hoe men in een dergelijk situatie dient te handelen. Sommige afwijkingen komen zo veelvuldig voor dat ze zelfs door mensen die nog over relatief weinig ervaring met het insemineren van koeien beschikken, gemakkelijk worden onderkend. Maar andere afwijkingen zijn zo zeldzaam dat ook ervaren inseminatoren er vreemd van opkijken.

Om te weten te komen met welke afwijking men in een bepaald geval van doen heeft, zou men op dat moment alle informatie over deze materie op deze site systematisch moeten doorlezen. Maar vanwege de grote hoeveelheid informatie die op deze site beschikbaar is, is dat een lastig karwei. Er zal dan allicht ook behoefte zijn aan een eenvoudig systeem waarmee men gerichter kan zoeken naar de informatie over de gevonden afwijking. Om die reden wordt op deze pagina een overzicht gegeven van de voornaamste afwijkingen en afwijkende situaties, welke in verband met het uitvoeren van inseminaties, in het bekken van de koeien kunnen worden gevonden. Allereerst wordt het orgaan, of het deel van het orgaan, van de koe genoemd waarbij zich de afwijkingen voordoen. En vervolgens worden dan de betreffende afwijkingen opgesomd, waarvan in dat orgaan sprake zou kunnen zijn. De vermelding van deze afwijkingen is steeds door middel van deeplinking gerelateerd aan de beschrijving van de betreffende afwijkingen, zoals die elders op deze site voorkomt.

ANUS (Aars)

RECTUM (Endeldarm)

VULVA (Uitwendige geslachtsdelen)

VESTIBULUM VAGINAE (Voorhof van de schede)

VAGINA (Schede)

CERVIX (Baarmoederhals)

UTERUS (Baarmoeder)

CORPUS UTERI (Baarmoederlichaam)

CORNUA UTERI (Baarmoederhoorns)

TUBAE UTERINAE (Eileiders, of Salpinges)

OVARIA (Eierstokken)


Wilt u meer informatie over rundvee-inseminatie en de vruchtbaarheidsproblematiek? Klik dan HIER voor het openen van de site www.ybema.org